Afsluitende discussie met de zaal

22 mei, 16:10

Na een vol middagprogramma was het aan de zaal om de sprekers nog even aan de tand te voelen of hun eigen punt te maken. Als eerste gaf moderator Joost de Ruig het woord aan Marcela Laguzzi van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, verantwoordelijk voor de zoetwatervoorziening. 

Zij haakte aan bij de laatste spreker, Marleen van Rijswick. “Het zijn thema’s waar wij ook mee tobben”, gaf ze toe. “Voor waterkwaliteit zijn er duidelijke normen, voor waterkwantiteit niet. Daar is het: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Wij komen er niet uit. Wat kunnen we doen zodat mensen minder water gebruiken en er een billijker verdeling komt?”

Van Rijswick suggereerde om in het Deltaprogramma veel duidelijker te laten zien wat echt moet. “Ik was verliefd op de aanpak bij ‘Ruimte voor de rivier’, met heldere doelen en een duidelijke termijn. Binnen die randvoorwaarden kun je gaan praten.”

Moderator De Ruig wilde weten hoe de jurist stond tegenover het idee om van de Waddenzee, of van de natuur, een rechtspersoon te maken. Van Rijswick bekende dat zij daar aanvankelijk “heel erg gecharmeerd” van was, maar later toch haar bedenkingen kreeg. “Het is superingewikkeld. Want mensen moeten uiteindelijk die rechten behartigen. En wie kent die rechten toe? Dat zijn die blanke mannen!”

Het is een systeem dat mensen bedacht hebben, en daarmee plaats je het toch weer buiten de mens, redeneerde ze. “Maar wij horen daar ook bij, wij zijn ook deel van dat ecosysteem.”

Keuzes maken
Marre Walter van de Beheerautoriteit Waddenzee verwees naar de minister voor Natuur en Stikstof, maar daarover was Van Rijswick ook kritisch. “Die staat nu in haar eentje de natuur te verdedigen. Je zou willen dat alle ministers samen het publieke belang behartigen.”

In een terugblik op de dag concludeerde Walter vervolgens dat het maken van een aantal keuzes “echt ongelooflijk belangrijk” is. Maar dan liever niet vanuit het economisch perspectief dat sommige sprekers aandroegen. “Daar schrik ik van. Als je kijkt wat waterschaarste of armoede voor gevolgen hebben, wat betekent het dan als je dat vereconomiseert? Ik krijg daar echt buikpijn van. In mijn beleving moeten we echt op een andere manier naar systeemverandering toe.”

Dat inspireerde De Ruig tot een oproep aan de aanwezigen. “Wat wij kunnen doen, is de inhoud op tafel leggen en de consequenties van de verschillende keuzes duidelijk maken. Bijvoorbeeld als het gaat om de vaargeul naar Ameland. Wij snappen wat die keuzes betekenen voor de scheepvaart, de ecologie etcetera. En dan moeten er besluiten genomen worden.”

Gevoel van urgentie
Maatwerk is nodig, benadrukte een aanwezige die betrokken is bij het Kierbesluit Haringvliet. “Het is geen eenheidsworst. Het probleem van het ene gebied, en de oplossing, is nog geen oplossing voor het andere gebied.”

Daar sloot directeur Katja Philippart van de Waddenacademie in haar slotwoord bij aan. Zij zei ook een verschil in urgentie te proeven. Op de Waddeneilanden bijvoorbeeld wordt die minder gevoeld. “En de Waddenzee en het IJsselmeer, dat  zijn inderdaad twee scenario’s. Als je hiervoor kiest, betekent het dit en als je daarvoor kiest, betekent het dat. Maar het kan niet allebei.”

Voordat ze de aanwezigen bedankte en naar de borrel stuurde, prees Philippart nog drie zaken aan: de theatervoorstelling FLOED over het Woudagemaal (22 september – 7 oktober), het tijdschrift De Levende Natuur met daarin twee artikelen over de Wadden en de serious game ‘Water Values’, waarin uit verschillende scenario’s gekozen moet worden.